Judo is een Japanse zelfverdedigingssport die door Jigoro Kano is ontwikkeld uit het traditionele ju jutsu. Judo betekent “Zachte weg”. Jigoro Kano voegde een trainings onderdeel toe dat bij de traditionele krijgskunsten onmogelijk was, randori. Om randori veilig te laten verlopen, werden gevaarlijke technieken, zoals trappen en stoten, verboden . Het doel is om de tegenstander met een techniek naar de grond te brengen en daar onder controle te brengen.

Het judo bestaat uit staande technieken (tachi waza) en technieken op de grond (ne waza). De staande technieken zijn worpen om de tegenstander naar de grond te brengen. De technieken op de grond zijn controle technieken, technieken om de tegenstander tot opgave te dwingen. Daarnaast omvatten de grond technieken ook technieken om in specifieke situaties naar een controle techniek te gaan.

Naast randori zijn er verschillende kata's in het judo. Dit zijn vastgestelde series van oefeningen die verband houden, zoals Nage no Kata (worpen), Katame no Kata (ne waza technieken) en Kime no Kata (zelfverdedigings technieken). Kata was van oorsprong de enige veilige manier om te trainen. Bij het judo was het een trainingsmethode naast randori, zowel als aanvulling op randori als om technieken te trainen die niet gebruikt konden worden bij randori.